keurmeden
- keur·me·den
- van keurmede met de meervoudsuitgang -n
de keurmeden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord keurmede
- (...) naderhand zijn de „keurmeden" in geldswaarden herleid, en stond het den laatheer vrij, het, geld op te trekken of de keur te kiezen. [1]
- Het woord 'keurmeden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Gerh. Kr."Limburg, het land van oude boerderijen. Hoeve „Asseltsche Hof” te Asselt (Swalmen)" in: Limburger koerier jrg. 86 nr. 85 (11 april 1931); p. 13 (4e blad, p. 1) kol. 1; geraadpleegd 2015-11-23