kerstvakantietjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kerstvakantietjes    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkɛrs(t)faˌkɑn(t)sicəs / (5 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈkɛrst.fa.ˌkɑn.ʦi.cʲəs/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrst.fa.ˌkɑn.si.tʲəs/
  • (Limburg): /ˈkɛrz.va.ˌkɑn.si.cəs/

Woordafbreking

• kerst·va·kan·tie·tjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstvakantietjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kerstvakantie