• ka·the·te·ri·seert
vervoeging van
katheteriseren

katheteriseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van katheteriseren
    • Jij katheteriseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van katheteriseren
    • Hij katheteriseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van katheteriseren
    • Katheteriseert!