katapulteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: katapulteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·ta·pul·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
katapulteren |
katapulteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van katapulteren
- Ik katapulteer.
- gebiedende wijs van katapulteren
- Katapulteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van katapulteren
- Katapulteer je?
Gangbaarheid
- Het woord katapulteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.