• kap·seis
vervoeging van
kapseizen

kapseis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapseizen
    • Ik kapseis. 
  2. gebiedende wijs van kapseizen
    • Kapseis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapseizen
    • Kapseis je?