kapittelde
- Geluid: kapittelde (hulp, bestand)
- ka·pit·tel·de
vervoeging van |
---|
kapittelen |
kapittelde
- enkelvoud verleden tijd van kapittelen
- Ik kapittelde.
- Jij kapittelde.
- Hij, zij, het kapittelde.
- Ik kapittelde.
- Het woord kapittelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.