kapitaalbandje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kapitaalbandje (hulp, bestand)
- IPA: / kapiˈtalbɑncə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- ka·pi·taal·band·je
Woordherkomst en -opbouw
- kapitaalband met het achtervoegsel -je
Zelfstandig naamwoord
het kapitaalbandje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kapitaalband
- ▸ Met je vinger zelf een kneep tussen rug en voorplat aanbrengen is heerlijk. Het kraaltje van het kapitaalbandje steekt lekker geel af tegen het wit.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kapitaalbandje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Carola Janssen“3 Knutselen” (11 maart 2008) op nrc.nl