• ka·pi·taal·ban·den

de kapitaalbandenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kapitaalband
     Op een der planken, te midden van sierpapier, handmarmers, perkament, kapitaalbanden en geheimzinnige flesjes staat, als een klein schilderijtje, een rechthoekig stukje karton tegen de muur.[1]
  1.   Weblink bron
    Lien Heyting
    “Achter de deur” (23 november 1979) op nrc.nl