• kant·jes

de kantjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kant

de kantjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kantje
     Het duurde weken en de brief werd ruim acht kantjes lang.[1]
  2. (onderwijs) (verouderd) kandidaatsexamen, kandidaats
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be