kanswoorden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kanswoorden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑnswordə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kans·woor·den
Woordherkomst en -opbouw
- kanswoord met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de kanswoorden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kanswoord
- ▸ In het dagelijks leven gebruiken we voortdurend ‘kanswoorden’, zoals waarschijnlijk, mogelijk of misschien.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kanswoorden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Floor Rusman“Geef in plaats van een persconferentie een minicollege kansrekening” (27 juli 2021) op nrc.nl