kalmeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kalmeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kal·meer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kalmeren |
kalmeerden
- meervoud verleden tijd van kalmeren
- Wij kalmeerden.
- Jullie kalmeerden.
- Zij kalmeerden.
- Wij kalmeerden.