• kal·me

kalme

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kalm
     Toen Van Mierlo zich na de vorming van het kabinet-Den Uyl in 1973 terugtrok als fractieleider, werd Terlouw zijn opvolger. Het verschil met de oude leider had nauwelijks groter kunnen zijn. Van Mierlo, een ex-journalist en ex-katholiek, was een slonzige, wat warrige en breedsprakige kroegtijger; Terlouw een keurige, kalme en rationeel redenerende domineeszoon.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2025 Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS
  • kal·me

kalme

  1. eerste persoon meervoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord kalit