kajuitzeilbootje
- Geluid: kajuitzeilbootje (hulp, bestand)
- IPA: / kaˈjœytsɛilbocə / (5 lettergrepen)
- ka·juit·zeil·boot·je
- kajuitzeilboot met het achtervoegsel -je
het kajuitzeilbootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kajuitzeilboot
- ▸ Ik kocht mijn eerste zeilboot in 1999, een heel klein kajuitzeilbootje.[1]
- Het woord 'kajuitzeilbootje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Wouter Dijkstra interview door Anne Dohmen“Hij: 'Menig relatie sneuvelt bij de sluis'” (20 augustus 2011) op nrc.nl