kajuitmotorbootje
- Geluid: kajuitmotorbootje (hulp, bestand)
- IPA: / kaˈjœytmotɔrˌbocə / (6 lettergrepen)
- ka·juit·mo·tor·boot·je
- kajuitmotorboot met het achtervoegsel -je
het kajuitmotorbootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kajuitmotorboot
- ▸ Om kwart over vier raakte, hoogstwaarschijnlijk door vuurwerk, een houten kajuitmotorbootje aan de Wissesdwingerkade, dicht bij de Prinsentuin, in brand.[1]
- Het woord 'kajuitmotorbootje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Rustige jaarwisseling in Leeuwarden : Dolfijn treft auto, rooien van borden, bootbrand in: Leeuwarder Courant , jrg. 221 nr. 1 (3 januari 1972), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden, p. 11 kol. 7