kabotseken
- Geluid: kabotseken (hulp, bestand)
- ka·bot·se·ken
het kabotseken o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kabots
- O Krinklende winklende waterding
met ‘t zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op ‘t waterke gaan![1]
- O Krinklende winklende waterding
- Het woord kabotseken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Het schrijverke (Gyrinus natans)
Guido Gezelle