Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ji·s·ti

Bijvoeglijk naamwoord

jisti

  1. korte vorm nominatief bezield mannelijk meervoud van jistý

Werkwoord

jisti

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord jistit
Synoniemen
Paroniemen