jij-bakken
- Geluid: jij-bakken (hulp, bestand)
- jij-bak·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jij-bakken |
jij-bakte |
gejij-bakt |
zwak -t | volledig |
jij-bakken
- inergatief het maken van een jij-bak
- Er werd flinkt gejij-bakt.
de jij-bakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jij-bak
- Het woord jij-bakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.