jeansbroekje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jeansbroekje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdʒinzbrukjə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- jeans·broek·je
Zelfstandig naamwoord
het jeansbroekje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord jeansbroek
Gangbaarheid
- Het woord 'jeansbroekje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.