Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jail·brea·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

jailbreaken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jailbreaken


onvolledig
  1. zodanig aanpassen van Apple apparatuur dat men er software op kan laten draaien die door Apple niet erkend is
     iOS, het besturingssysteem van de iPhone, leek tot nu toe relatief veilig, omdat iedere app door Apple gekeurd wordt. Alleen door je telefoon te jailbreaken en zo de keuring van Apple te omzeilen, was je telefoon echt kwetsbaar voor kwaadaardige software. De ontdekkers van het virus raden iPhone-gebruikers aan om alleen software te installeren uit de officiële App-Store en geen goedkopere USB-opladers te gebruiken.[1]
     Een maand lang heeft een Chinese app in Apple’s App Store gestaan die gebruikers in staat stelde om de vergrendelde instellingen op hun telefoon te omzeilen. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld onofficiële apps kunnen installeren. Dit zogeheten jailbreaken wordt afgeraden, omdat het de veiligheid van een toestel in gevaar brengt.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “iPhone niet meer virusvrij” (Donderdag 6 november 2014, 11:57), NOS
  2.   Weblink bron “Jailbreak-app maand lang in App Store” (Dinsdag 30 augustus 2016, 10:57), NOS