italianiseerde
- ita·li·a·ni·seer·de
vervoeging van |
---|
italianiseren |
italianiseerde
- enkelvoud verleden tijd van italianiseren
- Ik italianiseerde.
- Jij italianiseerde.
- Hij, zij, het italianiseerde.
- Ik italianiseerde.
- Het woord italianiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.