italiaan
Niet te verwarren met: Italiaan |
- ita·li·aan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | italiaan | italianen |
verkleinwoord | italiaantje | italiaantjes |
de italiaan m
- (kookkunst) restaurant met een Italiaanse keuken
- Wij gaan vanavond eten bij de italiaan.
- (verkeer) een auto van een Italiaans merk
- Een italiaan ziet er altijd goed uit, maar of hij altijd zo goed rijdt is maar de vraag.
- Het woord italiaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.