isolement
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iso·le·ment
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isolement | isolementen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
isolement o
- afgeschermdheid, zonder contact met anderen of met iets anders
- Hij leefde in een groot isolement omdat hij de taal van de mensen niet kende.
Gangbaarheid
- Het woord isolement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "isolement" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be