isbjörn

Zweeds

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van is en björn

Zelfstandig naamwoord

isbjörns	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	isbjörn	isbjörnen	isbjörnar	isbjörnarna
genitief	isbjörns	isbjörnens	isbjörnars	isbjörnarnas

1. (roofdieren) ijsbeer