• in·ve·ste·rer
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel in-
Naar frequentie 16513

investerer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van investere


  • in·ve·ste·rer
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel in-
Naar frequentie 16204

investerer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van investere


  • in·ve·ste·rer
  • Nynorske werkwoordsvorm met het voorvoegsel in-

investerer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van investere