invernar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
invernar |
invernaba |
invernado |
volledig |
Werkwoord
invernar
Woordafbreking
- in·ver·nar
- onovergankelijk
- overwinteren
- (dierkunde) winterslaap houden
Synoniemen
- [1] hibernar