internaliseert
- in·ter·na·li·seert
vervoeging van |
---|
internaliseren |
internaliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internaliseren
- Jij internaliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internaliseren
- Hij internaliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van internaliseren
- Internaliseert!
- Het woord internaliseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.