inspan
- in·span
vervoeging van |
---|
inspannen |
inspan
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspannen
- ... dat ik inspan.
- Het woord inspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
inspannen |
inspan