• in·sluit
vervoeging van
insluiten

insluit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
    • ... dat ik insluit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
    • ... dat jij insluit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten
    • ... dat hij insluit.