insloten
- in·slo·ten
vervoeging van |
---|
insluiten |
insloten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van insluiten
- ...dat wij insloten.
- ...dat jullie insloten.
- ...dat zij insloten.
- ...dat wij insloten.
- Het woord insloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.