innredningskurser

  • inn·red·nings·kur·ser
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel inn-, met het invoegsel -s-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie zeldzaam

innredningskurser

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van innredningskurs