inlogde
- in·log·de
vervoeging van |
---|
inloggen |
inlogde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inloggen
- ... dat ik inlogde.
- ... dat jij inlogde.
- ... dat hij, zij, het inlogde.
- ... dat ik inlogde.
- Het woord inlogde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.