• in·las
vervoeging van
inlassen

inlas

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlassen
    • ... dat ik inlas. 
vervoeging van
inlezen

inlas

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inlezen
    • ... dat ik inlas. 
    • ... dat jij inlas. 
    • ... dat hij, zij, het inlas. 
64 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be