injuriarse
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ju·riar·se
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
injuriarse |
injuriaba |
injuriado |
volledig |
Werkwoord
injuriarse
- wederkerend elkaar uitschelden
- zich beledigd voelen
Verwante begrippen
Synoniemen
- [1] ofenderse
- [2] insultarse
Verwijzingen
- injuriarse in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española