ingewekene
- Geluid: ingewekene (hulp, bestand)
- in·ge·we·ke·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ingewekene | ingewekenen |
verkleinwoord |
de ingewekene m
- immigrant
- Iemand die uit zijn land vlucht wordt in een nieuw land een ingewekene.
- Het woord 'ingewekene' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.