• in·dig·no
  enkelvoud meervoud
mannelijk indigno indignos
vrouwelijk indigna indignas

indigno

  1. onwaardig


vervoeging van
indignar

indigno

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van indignar
vervoeging van
indignarse

indigno

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van indignarse