incasseerde
- Geluid: incasseerde (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɪŋkɑˈserdə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌɪŋkɑˈsɪːrdə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɪŋkɑˈseːrdə/
- in·cas·seer·de
vervoeging van |
---|
incasseren |
incasseerde
- enkelvoud verleden tijd van incasseren
- Ik incasseerde.
- Jij incasseerde.
- Hij, zij, het incasseerde.
- Ik incasseerde.
- Het woord incasseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.