impressioneerde
- im·pres·si·o·neer·de
vervoeging van |
---|
impressioneren |
impressioneerde
- enkelvoud verleden tijd van impressioneren
- Ik impressioneerde.
- Jij impressioneerde.
- Hij, zij, het impressioneerde.
- Ik impressioneerde.
- Het woord impressioneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.