ili
ili
- zij (meervoud)
ili (o en ma)
- Deze bijdrage is gebaseerd op een taalkundig werk uit de koloniale tijd[1] en kan daarom qua spelling en betekenis achterhaald zijn. In plaats van het door hem gebruikte teken ḋ (d met punt erboven) voor een puur dentale d wordt đ gebruikt.
- ↑ Woordenlijst:
Galelareesch-Hollandsch
M. J. van Baarda
Uitgegeven: M. Nijhoff, 1895