iegelijk
- ie·ge·lijk
- In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van ieder +ge met het achtervoegsel -lijk [2]
iegelijk [3]
- Het woord iegelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iegelijk" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "iegelijk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ iegelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be