• hys·te·ri·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord hystericus hysterici
verkleinwoord - -

de hystericusm

  1. iemand die hysterisch is
83 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be