• hy·bri·di·seert
vervoeging van
hybridiseren

hybridiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hybridiseren
    • Jij hybridiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hybridiseren
    • Hij hybridiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hybridiseren
    • Hybridiseert!