• hy·bri·di·seer
vervoeging van
hybridiseren

hybridiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hybridiseren
    • Ik hybridiseer. 
  2. gebiedende wijs van hybridiseren
    • Hybridiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hybridiseren
    • Hybridiseer je?