humillar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
humillar |
humillaba |
humillado |
volledig |
Werkwoord
humillar
Woordafbreking
- hu·mi·llar
- overgankelijk
- vernederen, kleineren, krenken
- buigen van het hoofd
Verwijzingen
- humillar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española