huiseigenaressen
- Geluid: huiseigenaressen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhœysɛiɣənaˌrɛsə(n) / (6 lettergrepen)
- huis·ei·ge·na·res·sen
- huiseigenares met uitgang -en
de huiseigenaressen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord huiseigenares
- Totaal onverwacht had hij de huiseigenaressen bij zich. [1]
- Het woord 'huiseigenaressen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Ferrante, E. (vert. M. van Laake)Dagen van verlating ebook (2015) Wereldbibliotheek, Amsterdam; ISBN 9789028441668; hfst. 30; geraadpleegd 2020-01-01