Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huilt

Werkwoord

vervoeging van
huilen

huilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huilen
    • Jij huilt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huilen
    • Hij huilt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van huilen
    • Huilt!