Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houwt

Werkwoord

vervoeging van
houwen

houwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houwen
    • Jij houwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houwen
    • Hij houwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van houwen
    • Houwt!