• hos·pi·teert
vervoeging van
hospiteren

hospiteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren
    • Jij hospiteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren
    • Hij hospiteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hospiteren
    • Hospiteert!