hoppet
- hop·pet
Naar frequentie | 10611 |
---|
hoppet
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe
- hop·pet
Naar frequentie | 1867 |
---|
hoppet
- zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe
har hoppet
- zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoppe
- har hoppa
hoppet
- zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hoppe
hoppet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hopp