Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hinkt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhinken

hinkt (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhinken
    • Jij hinkt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhinken
    • Hij hinkt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhinken
    • Hinkt aan! 

Gangbaarheid