hing voor
- hing voor
vervoeging van |
---|
voorhangen |
hing voor
- enkelvoud verleden tijd van voorhangen
- Ik hing voor.
- Jij hing voor.
- Hij, zij, het hing voor.
- Ik hing voor.
- Het woord hing voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.